In het ziekenhuis opgelopen infecties
Pseudomonas-infecties vormen een serieus risico in zorginstellingen, waar de bacteriën zich kunnen verspreiden via besmette medische apparatuur, andere apparaten, oppervlakken en waterbronnen. Patiënten die intensieve verzorging nodig hebben en degenen die invasieve medische behandelingen ondergaan lopen verhoogd risico.
Neonatale intensive-care-units (NICU’s) en afdelingen voor hemato-oncologie, beenmergtransplantaties of brandwonden zijn voorbeelden van omgevingen waar patiënten intensieve verzorging krijgen en kwetsbaar zijn voor pseudomonas-infecties.
Pasgeborenen, met name vroeggeboren baby’s of kinderen met een laag geboortegewicht, hebben een onderontwikkeld immuunsysteem en een kwetsbare huid, waardoor ze vatbaar zijn voor infecties. Patiënten met brandwonden hebben een verhoogd risico op wondinfecties door pseudomonas omdat hun huid beschadigd is en brandwonden een gunstige omgeving bieden voor bacteriegroei.
Ook mensen met taaislijmziekte (CF, cystic fibrosis) zijn extra gevoelig voor pseudomonas-infecties, vooral in de luchtwegen. CF-patiënten hebben dik, plakkerig slijm in hun luchtwegen, wat een ideale omgeving biedt voor de groei en het voortbestaan van bacteriën.
De behandeling van pseudomonas-infecties bestaat doorgaans uit een antimicrobiële behandeling, hoewel de keuze voor antibiotica soms beperkt is door inherente resistentie van de bacterie tegen veel antibiotica. In ernstige gevallen kunnen extra zorg en gerichte behandelingen nodig zijn om complicaties tegen te gaan en verdere verspreiding van de infectie te voorkomen. Een snelle diagnose en de juiste behandeling zijn cruciaal voor verbetering van de prognose van patiënten met pseudomonas-infecties.